NHG laat verplichting ORV ook vallen voor bestaande hypotheken met NHG

In een interview voor de leden van de Nederlandse Vereniging van Hypothecair Planners, NVHP, heeft lid van de directie van NHG, Carla Muters, bekend gemaakt dat de NHG de verplichting tot het hebben van een overlijdensrisicoverzekering ook voor de bestaande hypotheken met een NHG zal laten vallen. In deze nieuwsbrief gaan wij in op de gevolgen van dit besluit.

Reeds eerder voor nieuwe hypotheken met NHG
Reeds eerder heeft NGH besloten voor nieuwe hypotheken, waarvoor een NHG wordt aangevraagd, de verplichting om een ORV af te sluiten te laten vallen. Destijds was één van de argumenten hierbij dat daarmee ook mensen die, bijvoorbeeld in verband met hun gezondheid, geen ORV konden afsluiten toch een hypothecair krediet met NHG konden afsluiten.

NHG maakt nu dus bekend dat deze lijn wordt uitgebreid door ook voor de bestaande hypotheken met een NHG garantie de verplichting tot het hebben van een ORV te laten vallen. Het interview zoals de NVHP dat heeft gepubliceerd kunt u hier lezen.

Consequenties
Het besluit van NHG heeft onder meer gevolgen voor geldverstrekkers en financieel adviseurs. Deze gevolgen kunnen worden gesplitst in gevolgen op grond van de Wft en op grond van het civiel recht.

Gevolgen Wft
Op grond van artikel 4:20 Wft zijn aanbieder en adviseur verplicht om de consument te informeren over wezenlijke wijzigingen, die nadat het product tot stand is gekomen ontstaan. Indien een hypothecair krediet wordt afgesloten met een rentekorting omdat er NHG is en voorwaarde van deze NHG de verplichting tot het hebben van een ORV is, dan is het nadien laten vervallen van deze verplichting te beschouwen als een wezenlijke wijziging. Zowel op de adviseur als de aanbieder ligt de verplichting om de consument hierover te informeren.

Gevolgen Publiekrecht
De rechtsverhouding tussen consument en financieel adviseur is te kwalificeren als een overeenkomst van opdracht, zoals bedoeld in artikel 7:400 BW.

Indien de adviseur en de consument niet exact hebben bepaald wat men in het kader van deze overeenkomst van elkaar mag verwachten, dan mag de consument van de adviseur een prestatie verwachten die een redelijk handelend en bekwaam adviseur in dezelfde situatie zou verlenen.

Invulling redelijk handelend adviseur in kader besluit NHG
Bureau DFO denkt dat, als de civiele rechter of de geschillencommissie KiFiD dit gaat toetsen, zij van een redelijk handelend en bekwaam adviseur het volgende zal verwachten:

Dat deze zijn bestaande klanten erop zal attenderen dat NHG deze verplichting heeft laten vervallen;
Dat deze zijn klanten attendeert op de mogelijkheid de verpanding te laten vervallen, maar de ORV te laten bestaan waarbij de uitkering dan rechtstreeks ten goede komt aan de nabestaanden;
Dat deze zijn klanten behoedt voor een te lichtvaardig en onverantwoord besluit om de ORV te staken omdat de NHG dit niet langer vereist.

Risico van geen actie
Indien de financieel adviseur, na het definitief worden van het besluit van NHG, besluit geen enkele actie richting de eigen relaties te ondernemen, dan loopt de adviseur het risico over enige tijd aangesproken te worden door zijn relaties met het verwijt dat de ORV onnodig is blijven voortbestaan omdat de consument deze verzekering zou hebben beëindigd als de adviseur de consument wél tijdig had geïnformeerd. De adviseur loopt dan het risico door de consument te worden aangesproken tot betaling van een schadevergoeding die dan, in de beleving van de consument, zal bestaan uit de onnodig betaalde premie voor de ORV sinds het vervallen van de verplichting.